'Het is een woestijn.'
'Nee joh, dat kan niet, hij schildert in Noorwegen.'
'Het is een woestij-hijn!'
'Kan niet, er staat een kapitein in en boten komen niet in een woestijn.'
'Nou, wat is het dan volgens jou wel?'
'Het is een woestij-hijn!'
'Kan niet, er staat een kapitein in en boten komen niet in een woestijn.'
'Nou, wat is het dan volgens jou wel?'
Dit gesprek komt steeds terug als ik dit schilderij zie. Je denkt dat je weet wat je ziet. De gestructureerde pragmaticus wil weten wat ze ziet. En gaat het gesprek dus aanvullen. Ziet er dan maar een Noors nachtelijk landschap bij volle maan in. Zonder sterrenhemel, met een volstrekt vlakke vallei? Kan ook niet. Zeker niet met die kapitein, zeker niet met dit perspectief.
Kortom: het blijft wringen, iets dat bijzonder irritant is maar ook erg nieuwsgierig maakt. Wat wil ik er mee, wat bedoelt de schilder ermee? Waarom allerlei herkenbare elementen zodanig samengevoegd dat je de weg kwijt raakt?
Maar waarom zou je überhaupt een weg willen volgen? Het betekent alleen maar hoe star je zelf in je beleving zit.
Maar ja, dan toch de titel, 'Niet Onmogelijk'. Alles in je schreeuwt dat het Wél Onmogelijk is wat je ziet. Dus je wilt uitleg maar die krijg je niet. Want je mag het zelf ontdekken. Je mag jezelf ontdekken.
Mijn zoektocht duurt nu al drie jaar.
Marja is fotograaf, woont in het weidse Friesland maar komt altijd 'thuis' in Noorwegen.