Het is zaterdagochtend
en de man zit in zijn tuin een kopje thee te drinken. Terwijl hij dat doet
kijkt hij naar de vogels en de prachtige planten en bomen in zijn tuin. Ook het
huis is totaal niet verkeerd. Een losstaand, niet al te groot huisje. Op tien
minuutjes lopen van de eerstvolgende supermarkt en het dorpje.
Dit is echt waar hij heel zijn leven op gehoopt heeft. Zijn droom is
uitgekomen: een prachtig huis en een vrouw van zijn dromen.
Hij hoort gestommel op de trap en even later is zijn vrouw beneden. De
man lacht naar haar, maar de vrouw begint gelijk te praten: “Ik vind het toch
echt niks hoor, dit huis”.
“Maar waarom dan niet schat?’
“Ik weet het niet, het is zo… zo…?”
“Maar we hebben het pas drie weken, misschien moet je gewoon nog even
wennen”.
“Nee, ik weet het zeker, ik wil hier echt weg. Al dat groen overal en
nergens in de buurt een stad ofzo”.
De man zucht, er is toch een dorp in de buurt. “Maar toen we het
kochten was je het helemaal eens”.
“Ja maar nu gewoon niet meer. En ook met je nieuwe baan, ik vind het
allemaal niks”.
De man wordt nu geïrriteerd. Wat heeft mijn baan hier nou weer mee te
maken? denkt hij.
“Al dat gezeur met jou ook altijd, het vorige huis was ook al niet goed
en nu weer niet?”
De vrouw smijt de krant op de keukentafel. “O ja, nu
zeur ik weer hè. Nou mij zie je hier niet meer. Ik vertrek naar een hotel in de stad
en als je je bedenkt, kom je maar naar me toe!”
Ze loopt driftig de kamer uit en stampt de trap op. Vijf minuten later
komt ze beneden met een grote weekendtas, gaat
naar buiten, start de auto en rijdt weg.
De man rent naar buiten en ziet de auto nog net de hoek om gaan. Hij houdt
echt zielsveel van haar, maar hij wil hier niet weg van zijn huis, zijn baan,
zijn vrienden. Hij zucht. Die keuzes ook altijd.
Tim Heemskerk is leerling van het Mendelcollege te Haarlem. Hij zit in de tweede klas van het Atheneum.